| |
Hoofdstuk
16
Slot
Gedachten
|
|
Onze
plicht tegenover de waarheid.
-Wat het kost, hare waarde,
haar gewin. |
"...the LORD shall
arise upon thee, and His glory
shall be seen
upon thee."
Isaiah 60:2 |
In de voorgaande hoofdstukken hebben wij gezien
dat zoowel het licht der natuur, als dat der openbaring, duidelijk
het feit aantoonen, dat een redelijke, wijze, almachtige, en rechtvaardige
God, de Schepper aller dingen is, en dat Hij de hoogste en de rechtmatige
Heer van allen is.
Dat alle bezielde en onbezielde dingen onder Zijne
bestuur staan, en dat de Bijbel Zijn karakter en Zijn plannen openbaart,
in zooverre Hij dat aan de menschen doen wil.
Daaruit hebben wij geleerd,
dat hoewel het booze nog sommigen Zijner schepselen overheerscht, het
toch beperkt is, en slechts voor een beperkten tijd bestaat, volgens Zijn
welbehagen, met het wijze doel dat Hij er mede beoogt.
Wij hebben ook
gezien dat hoewel de duisternis nu de aarde bedekt, en groote donkerheid
de volken, Gods licht toch op den bestemden tijd de duisternis zal doen
verdwijnen, en de gansche aarde van Zijne heerlijkheid vol zal zijn.
|
Gods
great plan required ages for its accomplishment -- another age
will be required to complete it. |
Wij
hebben gezien dat Zijn groot plan, van dien aard is, dat voor zijne
uitvoering, tot dusverre vele eeuwen zijn noodig geweest, en dat nog een
tijdperk [406] noodig zal zijn om het te voleindigen; en dat gedurende
al de donkere eeuwen van het verledene, toen het scheen alsof God Zijne
schepselen bijna vergeten had, Zijn plan voor hun toekomstig heil in
stilte, doch heerlijk voorwaarts gegaan is, hoewel Hij gedurende al die
eeuwen de verborgenheden van Zijn plan wijselijk voor de menschen geheim
heeft gehouden. |
While God seems
to have forgotten his creatures,
his plan for their future blessing
has been silently, but grandly, working out. |
Wij hebben ook gezien dat de Dag
of het tijdperk dat over de wereld staat aan te breken de dag van oordeel
of beproeving voor de wereld zal zijn, en dat alle vroegere
voorbereidingen
gediend hebben, om den mensch in het algemeen eene zoo gunstig mogelijke
gelegenheid te geven, om hen als alleenstaande personen voor het eeuwige
leven op de proef te stellen.
De lange tijdruimte van zesduizend jaren
heeft het geslacht grootelijks vermeerderd, en hun slagen en lijden onder
de overheersching van het booze, heeft hun ervaring aangebracht, die zeer
tot hun voordeel zijn zal, als zij in het oordeel komen.
En hoewel het
geslacht in zijn geheel, gedurende zes duizend jaren heeft mogen lijden,
toch als enkele personen, hebben zij hunnen loop in eenige weinige jaren
volbracht.
Wij
hebben gezien dat terwijl het geslacht deze noodzakelijke tuchtiging
onderging, God, ter bestemder tijd Zijnen Zoon gezonden heeft om hen te
verlossen; en dat terwijl de menigte der menschheid den Verlosser niet in
Zijne vernedering erkende, en niet wilde gelooven dat des Heeren Gezalfde
aldus tot hunne redding komen zoude, toch van uit hen, wier harten
tot den Heere geneigd waren, en die Zijne beloften geloofden, is God bezig
geweest gedurende de eeuwen die voorbijgingen zich twee kleine scharen te
verzamelen, ten einde hen de waardigheden van Zijn Koninkrijk te geven -- de
eer van te deelen in de uitvoering van het goddelijk plan.
|
|
Deze twee uitgelezene [407]
scharen, zullen, naar wij zagen, de twee afdeelingen van het Koninkrijk
van God uitmaken.
En van de profeten vernemen wij, dat dit Koninkrijk
spoedig
op de aarde zal worden ingesteld; dat onder zijn wijs en rechtvaardig
bestuur alle geslachten der aarde zullen gezegend worden met een
allergunstigste
gelegenheid om zich het eeuwige leven waardig te maken; dat, als gevolg
hunner verlossing door het dierbare bloed van Christus, een verhevene
weg der heiligheid opgeworpen zal worden; dat de verlosten des Heeren (het
geheele menschdom -- Hebr. II:9) daar op wandelen zullen; dat het een
vrije openbare weg zijn zal, betrekkelijk gemakkelijk gemaakt voor allen
die waarlijk rein en heilig wenschen te worden; en dat al de steenen des
aanstoots weggenomen zullen worden, en al de strikken, aanlokkelijkheden
en afgronden opgeruimd zullen worden, en allen die daarop ten eeuwigen
leven, en ter volmaking wandelen, zullen gezegend zijn.
Het
is duidelijk dat dit gericht op deze heerschappij niet beginnen kan,
totdat Christus, dien Jehovah aangesteld heeft om Rechter of Regeerder der
wereld te zijn, wedergekomen is --
niet weer in vernedering,
maar in kracht en groote heerlijkheid; niet om weder de wereld te verlossen,
maar om haar in rechtmatigheid te regeeren.
Een gericht kan nooit voortgang
hebben, totdat de rechter op den rechterstoel gezeten is, en de zitting een
aanvang genomen heeft, hoewel er vóór
dien
tijd veel voorbereidend werk gedaan is geworden.
Dan zal de Koning zitten op
den troon Zijner heerlijkheid, en vóór
Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal hen gedurende dat
tijdperk oordeelen naar hunne werken, hen de Shriften openende, en de
aarde vervullende met de kennis des Heeren.
En aan hun gedrag, bij zóóveel
gunst en hulp, zal Hij beoordeelen of zij waardig zijn, het [408] eeuwige
leven te ontvangen in de toekomende eeuwen van heerlijkheid en vreugde. --
Matth. XXV: 31; Openb. XX: 11-13. |
A
glad day
for the world,
will be when the Church becomes the Bride
"They shall not hurt nor
destroy
in all my holy mountain:
for the earth
shall be full
of the knowledge of the LORD,
as the waters
cover the sea."
Isaiah 11:9 |
Zoo hebben wij dus gezien dat de
tweede komst van den Messias, en de oprichting van Zijn Koninkrijk op
aarde, eene gebeurtenis is, waarop de hoop van alle menschen gebouwd mag
zijn, eene gebeurtenis, die, als zij goed begrepen wordt, aan alle
menschen vreugde en blijdschap brengen zal.
Het is de dag dat het "kleine
kuddeken" des Heeren, (de godgewijde heiligen), een oorzaak tot
groote vreugde hebben zal. Het is de blijde dag, dat de ondertrouwde
maagdelijke Kerk (Gemeente) met vreugde, de Bruid, de vrouw van het Lam
wordt; als zij opkomt uit de woestijn, leunende op den arm haars Geliefden
en zijne heerlijke erfenis aanvaardt.
Het is de dag, waarop de ware
Kerk, verheerlijkt met haar Hoofd, aangedaan zal worden met goddelijke
waardigheid en macht, en het groote werk voor de wereld beginnen zal dat
de volkomene wederherstelling aller dingen ten doel heeft.
En het zal een
blijde dag voor de wereld zijn, als de groote tegenstander, de Duivel
gebonden is, als de banden die het menschelijk geslacht gedurende
zesduizend jaren vast gehouden hebben, verbroken zijn, en als de kennis
des Heeren de aarde vervullen zal, gelijk de wateren den bodem der zee
bedekken.
|
"And when these things begin to
come to pass, then look up, and lift up your heads; for your redemption draweth
nigh." Luke 21:28
|
De
kennis dezer dingen, en de bewijzen dat zij nabij zijn, dicht bij de deur,
moesten, een krachtigen invloed op alle menschen hebben, doch bovenal op
de toegewijde kinderen Gods, die naar den prijs der goddelijke natuur
trachten.
Aan dezen
smeeken wij, om terwijl zij het hoofd opheffen en
zich verheugen, omdat zij weten dat hunne verlossing nabij is, toch alle
last, en wat hen lichtelijk omringt af te leggen en met lijdzaamheid den
loopbaan te Ioopen die hen voorgesteld is.
Ziet af van [409] u zelven en
uwe onvermijdelijke zwakheden en onvolkomenheden, wetende dat al die
zwakheden ten volle gedekt zijn door de verdiensten van het rantsoen van
onzen Heere Jezus Christus, en dat uwe offeranden en zelfverloocheningen
Gode welaangenaam zijn door onzen Verlosser en Heer -- alléén om
Zijnen wille.
Laat ons bedenken dat de
noodige kracht, die God ons
beloofd heeft, en waardoor wij "overwinnaars" worden kunnen,
ons gegeven is in Zijn Woord. Het is eene kracht die groeit uit de
kennis van Zijn Wezen, en van Zijne plannen, en van de voorwaarden,
waaronder wij aan deze plannen kunnen deelnemen.
Aldus drukt Paulus het
uit, zeggende: "Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de
kennis van God, en van Jezus, onzen Heere, gelijk ons zijne Goddelijke
kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken
heeft, door de kennis desgenen, die ons geroepen heeft tot
heerlijkheid en deugd; door welke ons de groote en dierbare beloften
geschonken zijn, opdat gij door dezelve der Goddelijke
natuur deelachtig zoudt worden." -2 Petr. I: 2-4.
|
If you HAVE
consecrated all your time,
all your talents,
to the Lord:
the question is, How much of it ARE you giving? |
Maar
om deze kennis en deze kracht, te verkrijgen, welke God aan een ieder,
die naar de hemelsche prijs dingt, geven wil, dat is het juist wat de
oprechtheid van uwe toewijdingsbelofte op de proef stelt.
Gij hebt al uwen
tijd, en al uwe talenten den Heer toegewijd; nu is de vraag: Hoeveel
daarvan geeft gij? Zijt gij nog gewillig, naar het verbond uwer toewijding,
alles op te geven? -- op te geven uwe eigene plannen en wegen, uwe eigenen
en andere theorieën en inzichten te laten varen, om Gods plan, en
wijze, en tijd om het werk te doen, aan te nemen?
Zijt gij bereid dit te
doen ten koste van aardsche vriendschappen en maatschappelijke banden? En zijt gij bereid, om tijd die gij voor andere
dingen besteedt, op te geven, ten einde die [410] te gebruiken ter
onderzoeking der heerlijke dingen zoo hartverkwikkend voor allen die in
waarheid toegewijd zijn, wetende dat het u deze zelfopoffering kosten
zal?
Indien alles niet toegewijd is, zoo gij het slechts half gemeend hebt,
toen gij uw alles aan den Heer gaaft, dan zult gij den tijd en de moeite,
die noodzakelijk zijn tot het onderzoeken van Zijn Woord, als naar een
verborgen schat, slechts noode geven, en niet de kracht ontvangen die
zoo noodig is bij al de geloofsbeproevingen die in het bijzonder aan den
tegenwoordigen tijd, (het aanbreken van het Millennium) boven alle tijden,
verbonden zijn.
|
The
truth will beget such a love for God and His plan
that it will become the all-absorbing theme of life. |
Denk echter niet, dat als gij den
noodigen tijd, en den ijver, tot dit Bijbelonderzoek geschonken hebt, het
geven daarbij afgeloopen is; dat is het niet. De oprechtheid van uwe
zelfverloochening zal ten volle beproefd worden, en daaruit zal blijken,
of gij waardig of onwaardig zijt, eene plaats in te nemen onder dat "kleine
kuddeke," de overwinnende Gemeente, die de waardigheden des
Koninkrijks
ontvangen zal.
Indien gij ijverig Gods Woord nagaat, en Zijne waarheden in
een goed, oprecht, toegewijd hart aanneemt, zoo zult gij voor u zelven
zulk eene liefde voor God en Zijn plan aankweeken, dat het niet alleen uwe
innige begeerte zal zijn de goede tijding te vertellen, en het Evangelie
te verkondigen, maar het zal zóó uw hart
vervullen,
dat gij over niets anders kunt denken, en dat zal u niet alleen in den
geest van de wereld en de naam Christenen afscheiden, maar het zal u
geheel en al van hen scheiden.
Zij zullen u zonderling
vinden, en uw
gezelschap vermijden, en gij zult veracht worden, en eenen dwaas om
Christus
wil gerekend worden; want de wereld kent ons niet evenals zij den Heer
niet gekend heeft. -2 Cor. IV:8-10; Luk. VI:22; 1 Joh. III:1; 1 Cor.
III : 18.
|
Are
you willing
to follow the Lord through evil
and good report? Are you willing
to forsake all,
to follow as
He may lead?
Quickened to
fresh zeal and fervent spirit. |
[411] Zijt gij des zins en
willens den Heer te volgen door kwaad gerucht, en goed gerucht? Zijt gij
bereid alles op te geven, om te kunnen volgen waarheen Zijn Woord u
leiden zal? -- de wenschen van vrienden en uwe eigene begeerten ter zijde
te leggen? Het is te hopen dat velen der toegewijden, die dit werk lezen,
daar zóó door aangespoord worden tot nieuwen ijver, en bereidheid des geestes,
wijl zij het goddelijk plan beter begrijpen, dat zij zullen kunnen zeggen:
"Door Gods genade, zal ik kennen, zal ik vervolgen om den Heere te
kennen en te dienen wat het ook kosten moge." (Hos. VI: 3.)
Dat
dezulken, evenals de edele Beréërs,
toch naarstiglijk zich er toe zetten, of deze dingen, zooals zij in dit
werk zijn voorgesteld, werkelijk zoo zijn. Dat zij die trachten te
beproeven, niet aan de tegenstrijdige overleveringen en leerstellingen
der menschen, maar aan het eenige ware, en van God erkende richtsnoer en
op dien grondslag-Gods eigen Woord. Het is om zulk een onderzoek
gemakkelijker te maken, dat wij zoo vele Schriftwoorden hebben aangehaald.
|
The
Divine Plan -- in perfect harmony with Gods character--
is a marvelous display of wisdom, justice, love
and power. |
Het
zal nutteloos zijn te trachten het goddelijk plan hierin aangegeven, te
doen overeenstemmen met velen der vastgestelde, en als Schriftuurlijk
beschouwde meeningen, die tot nu toe aangenomen werden, doch nooit bewezen
zijn geworden de waren te zijn.
Men zal bemerkt hebben, dat het
goddelijke plan een op zich zelf staand, volkomen over eenstemmend geheel
is, als men al de deelen er van bij elkander legt, en dat het in volkomene
harmonie is, met het karakter hetwelk de Schriften aan den grooten
Schepper of ontwerper van dit plan, toeschrijven.
Het is een wonderbare
ontvouwing van wijsheid, rechtvaardigheid, liefde en macht. Het
draagt in zich het bewijs van bovenmenschelijk ontwerp, en gaat
verre boven de macht van het menschelijke uitvindingsvermogen, en bijna
boven [412] de kracht van het menschelijke denkvermogen.
|
|
Zonder
twijfel zullen omtrent vele punten, vragen opkomen, die naar een
oplossing vragen volgens
het hier aangegevene plan. Zorgvuldig, nadenkend Bijbelonderzoek zal
velen dier vragen onmiddelijk bevredigend beantwoorden; en aan iedereen
kunnen wij met volle vrijmoedigheid zeggen: Geen enkele vraag die bij u op
kan komen, behoeft zonder een bevredigend antwoord te blijven, dat in
volle harmonie is met de hierin beschrevene inzichten.
Verdere
deelen zullen de verschillende onderdeelen van dit plan uitwerken, en
bij elken stap de ongeëvenaarde
harmonie onthullen, waar alléén
de waarheid op roemen kan. En het zij gezegd, dat geen enkel
theologisch stelsel er zelfs aanspraak op maakt, of ooit getracht heeft,
in zich zelf alle uitspraken van den Bijbel in overeenstemming te
brengen; en toch maken wij bij onze uitlegging van Gods plan, op niets
minder dan dit aanspraak.
Deze overeenstemming niet alleen met den Bijbel,
maar ook met het Goddelijke Wezen, en met het geheiligd gezond
menschenverstand, moet de aandacht van den nauwgezetten lezer reeds
getrokken hebben en hem vervuld hebben met ontzag zoowel als met hoop en
vertrouwen. Het is inderdaad wonderbaar, doch juist wat wij van de Waarheid,
en van Gods onmetelijk wijs en goedertieren plan te wachten zijn.
|
Responsibility:
Lift up the light!
Lift up a standard for the people! |
En
terwijl de Bijbel zich aldus van uit ons standpunt opent, en wondervolle
dingen onthult (Ps. CXIX: 18), zoo heeft het uitstralende licht der
verschillende stelsels en overleveringen der menschen een
tegenovergestelden invloed op de menschen in den tegenwoordigen tijd.
Zelfs zij, die deze
stelsels en overleveringen tot nu toe aanbaden, beginnen die verdraaid en onvolkomen te vinden, van daar dat veel er van
ter zijde gelegd wordt, en hoewel [413] nog wel onderschreven, toch uit
louter schaamte niet op den voorgrond gebracht.
En deze
schande die
zich aan zulke menschelijke geloofsbekentenissen en overleveringen
vasthecht, wordt ook op den Bijbel overgedragen, die naar men meent deze
misvormingen der gedachten ondersteuntals zijnde van goddelijken oorsprong.
Van daar de vrijheid waarmede de zoogenaamde
vooruitstrevende denkers, de verschillende deelen van den Bijbel die niet met hunne
inzichten overeenkomen, beginnnen te loochenen. Hoe treffend is dus de
wijsheid en voorzienigheid Gods, die juist op dezen zelfden tijd, dit
waarlijk heerlijk en harmonisch plan voor Zijne kinderen ontvouwt,--een
plan hetwelk niemand verwerpt, maar elk deel en bijzonderheid uit Zijn
Woord, met elkander in overeenstemming brengt. De Waarheid wordt, als de
bestemde tijd er voor, dáár is,
voedsel voor de huishouding des geloofs. (Matth. XXIV: 45.)
Die met de
waarheid in aanraking komt, en er het wezen van beseft, neemt daarmede
een verantwoordelijkheid op zich. Het moet óf
aangenomen en er naar gehandeld, óf
verworpen en veracht worden. Het te verwerpen neemt onze
verantwoordelijkheid niet weg. Indien wij de waarheid voor onszelven
aannemen, dan hebben wij daar tegenover eene verantwoordelijkheid, want
het is voor de geheele huishouding des geloofs, en iedereen die
haar ontvangt, wordt haar schuldenaar, en indien een trouwe rentmeester, deelt
hij daarvan mede aan de andere leden van Gods huis.
Laat
uw licht schijnen! Indien het wederom duisternis wordt, hoe groot zal die
duisternis zijn. Heft het licht hoog op! Heft op eene banier voor de
volkeren! |
To Return to Home
Page
click on Chart. |
|
Send
E-Mail to
English Only
|
|
|